dinsdag 3 juni 2014

Mama Vera

   Lieve mama,

   Vandaag ga ik met de kinderen een beschuit met aardbeien eten, ter ere van jouw verjaardag en ik zal ze dan zoveel mogelijk herinneringen vertellen die ik aan jou heb. Zoals dat je altijd beschuitjes en aardbeien in huis had als een van ons jarig was en je niet wist hoeveel bezoek je kon verwachten. Zo had je altijd een lekkere traktatie paraat.
   Over hoe we samen spelletjes deden en je me niet liet winnen, zodat ik leerde tegen mijn verlies te kunnen. Bij broerlief is dat trouwens ergens hopeloos misgegaan. Of is dat soms mijn schuld? Liet ík hem winnen toen hij nog klein was?
   Over hoe we -voor je het geloof liet voor wat het was- samen naar de kerk wandelden op zaterdagavond. Best een flinke wandeling voor het kleine meisje dat ik toen was. Ter vermaak gluurden we in alle woonkamers binnen waar de lamp aan was, om te zien wat mensen keken op televisie. Als de kinderen dan willen weten wat dat is 'naar de kerk gaan' -ze zijn er immers nog nooit echt geweest- zal ik mijn best doen het hen zo goed mogelijk uit te leggen, zoals jij altijd probeerde mij alles zo goed mogelijk uit te leggen.
   Ik zal ze vertellen over mijn kinderfeestjes en uiteraard je voorbeeld volgen en voor hen net zulke mooie en goede feestjes organiseren als ze straks naar school gaan. Als ze nog wat groter zijn zal ik ze vertellen over hoe wij met elkaar Sinterklaas vierden met rijmpjes en surprises en ik zal proberen ook hun papa zover te krijgen deze traditie in ere te houden. Gewoon omdat wij er met zijn allen altijd zo van genoten.
   Het allermeest nog zal ik mijn best doen om ervoor te zorgen dat ze nu en in de toekomst met al hun kleine en grote zorgen bij mij terecht kunnen, zoals ik dat ook altijd bij jou kon. Zelfs tot het allerlaatste moment. Ik zal nooit vergeten hoe jij me -een paar maanden geleden pas- getroost hebt toen ik intens verdrietig was omdat ik je onvermijdelijk zou gaan verliezen.
   Lieve mama, ik mis je zo, maar wat zijn er veel mooie herinneringen om te koesteren en tradities om door te geven! Drie juni zal voor altijd een dag zijn om daar nog eens extra bij stil te staan - onder het genot van een beschuit met aardbeien. Een nieuwe traditie is geboren.

Mam, ik hou van je, voor altijd!
Je oudste

zondag 1 juni 2014

Over vriendschap en plagerijtjes

   Vorige week toen Daniël terug kwam van het kinderdagverblijf vertelde hij me 's-avonds: "Al mijn vriendjes waren er vandaag: Thiago, Liam en Wessel." Hij vervolgde zijn verhaal: "Mama, eerst was ik vriendjes met mezelf, daarna werd ik vriendjes met Thiago, toen met Liam en als laatste ook met Wessel." Ik greep het moment aan om hem mee te geven dat dat een mooi uitgangspunt is voor vriendschap. Je sluit eerst vriendschap met jezelf en vanuit die vriendschap is er ruimte om anderen in je hart te sluiten. 
   Wat een grote wijsheid weer uit zo'n klein mondje. En een mooie les voor mij! Ik ben nogal eens geneigd het welzijn van een ander voorop te stellen waarbij ik vergeet mijn eigen wensen en grenzen te bewaken...

   Gisteren was ik Daniël aan het aankleden vlak na het ontbijt. Hij had de nodige boterhammen gegeten, maar zijn gedachten waren alweer bij de koektrommel: "Mama mag ik zometeen een koekje?" "Wat ben je toch een snoepkont!" verzuchtte ik, terwijl ik hem eens lekker in zijn -toch al blote- billetjes beet. Verontwaardigd reageerde meneer: "Maháam, zoiets zég je toch niet tegen je kind!" 
   Zo heb ik met Sam een dagelijks ritueel op het aankleedkussen waarbij ik zeg: "Sam wat ben je toch een lekker ding! Ik ga je opeten..." Vervolgens zet ik mijn tanden in zijn buik of in zijn billen, net wat er voorhanden is en hij schatert het uit. Dan vervolg ik: "Wat ben je toch lief!" Sam antwoordt dan: "Ik jou niet lief, mama. Huílen dan!" Waarop ik heel hard begin te huilen, tot grote hilariteit van mijn kleine zoon. Uiteraard moet ik dan het hele verhaal nog een paar keer herhalen.
   Alles goed en wel, tot je mannen tegen je gaan samenspannen. Gistermiddag vertrokken we met zijn drieën op de fiets richting opa. Daniël achter mij, Sam voor mij in een fietsstoeltje. Gezien het mooie weer en het weekend had ik een wat korter rokje aan. Ik stapte op de fiets en Daniëls stem klonk achter mij: "Weet je wat jij bent mama?" "Een T-rex," probeerde ik, want dat was hij al de hele dag. "Nee!" "Een kangoeroe dan?" "Nee!" "Wat ben ik dan? Ik geef het op," zuchtte ik. "Een olifant!" verklaarde Daniël, "met je dikke billen." Waarop hij heel hard begon te lachen en Sam er vanuit zijn stoeltje voor mij nog een schepje bovenop deed: "Huílen dan, mama!" Lachend deed ik of ik huilde en deed zo verontwaardigd mogelijk: "Jóngens, zoiets zég je toch niet tegen je moeder!"