maandag 13 oktober 2014

Nog meer praatjes

   Vanmorgen kroop Daniël naast mij in bed. 
D: "Maham?" 
Ik: "Ja." 
D: "Je moet nagellak op doen!" 
Ik: ...
D: "Weet je wie dat ook heeft?"
Ik: "Nee."
D: "Nora."
- Nora is het meisje van het kinderdagverblijf dat ridder Daniël altijd wil beschermen.-
Ik: "Oh, vind je dat mooi?"
D: "Ja! Wel doen hè?"
Ik: "Uh, oké."
D: "Vandaag! Mam, wel onthouden hè?"
Dus ik heb zojuist mijn nagels maar eens gelakt, om Daniël te verrassen als ik hem uit school ga halen...

   Voor zijn grote verjaardagsfeest wilde Daniël graag een politieauto-taart. We zochten een mooi plaatje op internet van een stoere politiewagen en bestelden een grote fototaart. Daags voor zijn verjaardag zaten we bij opa frietjes te eten, toen buiten sirenes klonken.
"Hé," zei Daniël, "horen lullie dat?" Daar komt mijn taart al aangereden!"

   Op vakantie trokken mijn mannetjes wat meer naar elkaar toe. Voor de vakantie was het steeds vaker ruzie, maar een vakantie waarin ze op elkaar aangewezen zijn doet blijkbaar wonderen. "Maatje!" hoorden we Daniël regelmatig naar Sam roepen. Samen bewaakten ze met man en macht 'hun' houten piratenschip, dat vlak voor ons vakantiehuisje stond, tegen indringers van buiten. (Papa en ik moesten dan weer ingrijpen en zeggen dat andere kinderen óók op het piratenschip mochten spelen.) 
   Maar het mooiste was de laatste ochtend. Sam sliep op onze kamer. Daniël kroop bij me in bed. Sam hoorde dat en krabbelde overeind in zijn campingbedje. "Waal is papa?" vroeg hij (Sam is net een kleine Chinees, hij kan geen 'r' uitspreken). Ik antwoordde dat papa op Daniëls kamer was. "Oh. Mama, Daniël is mijn beste vliend!" verzuchtte Sam. Waarop Daniël naar hem toe vloog en hem een dikke knuffel gaf. Mijn moederhart smolt uiteraard, wat een schatjes!


vrijdag 10 oktober 2014

Over een kapot raam en hoe dat gemaakt werd

   Weken geleden alweer schrokken wij aan het eind van de middag op van een tik tegen het keukenraam. Ik keek naar buiten en zag nog net een jongetje met fluoriserend oranje kleding de hoek om sjezen. Hij had een steentje gegooid. Geeneens een grote. Toen we buiten poolshoogte gingen nemen, bleek er een flinke ster in de ruit te zitten. Papa zocht de hele buurt af om het jochie bij zijn kraag te grijpen, maar er was geen spoor meer van deze doerak te bekennen. Daniël, Sam en ik vertelden het verhaal opgewonden in geuren en kleuren aan de buurvrouw en alle andere buurtgenoten die het maar wilde horen, in de hoop dat iemand de dader zou kennen, maar tevergeefs. "Tomme jongen!" bleef Sam maar roepen. Na een poosje gaven we het op en keerde de rust weer terug. Berustend belde ik dan maar onze eigen verzekering.
   Vorige week kwam er eindelijk iemand om ons raam te vervangen - we hebben hier ouderwetse dubbele schuiframen, blijkbaar is daar niet zomaar aan te komen. De afspraak stond om acht uur 's-ochtends en de meneer in kwestie was er al om vijf voor acht, hoera! Ik zat met de jongens aan het ontbijt. Ik plaatste Sam aan de andere kant van de tafel, zodat de mannetjes allebei een goed zicht hadden op de werkzaamheden van de glaszetter. En spoorde ze aan om vooral door te eten. Verbazingwekkend snel wipte de man het ene raam eruit en schoof het andere erin. Hij timmerde nog wat hier en daar om het stevig vast te zetten en was met een kwartiertje klaar. "Jaaaaa, hij is gemaakt!!!!" juichten Daniël en Sam en ze begonnen luid te applaudisseren. Lachend nam de glaszetter zijn applaus in ontvangst.
   Ik moest nog wat ondertekenen en vervolgens stónden de mannen erop de glaszetter uit te zwaaien. Braaf wachtte hij tot Daniël en Sam hun schoenen aan hadden voor hij naar zijn volgende klus vertrok. Op straat renden de jongens een heel eind zwaaiend en joelend met de werk-bus mee. Wat een mooi begin van de dag moet dat voor hem zijn geweest. Een warm welkom omdat ik zo blij was dat hij mooi op tijd was, een uitgebreid applaus voor zijn noeste arbeid en een heus afscheidscomité bij vertrek, kom daar nog maar eens om in je dagelijks leven als glaszetter...

dinsdag 30 september 2014

Naar school

   Een paar weken geleden was het dan zover. Onze oudste ging voor de allereerste keer naar school. Wat had hij er veel zin in! Ongeveer een maand voor die tijd werd Daniël 's-ochtends wakker, het was midden in de zomervakantie: "Mama, ik ga vandaag naar school en Sam gaat naar de kindjes," kondigde hij aan. Ik legde uit dat er niemand op school zou zijn, maar stelde voor om een kalender te maken waarop Daniël elke dag een kruisje kon zetten tot hij de eerste dag naar school mocht. Nou, dat was een reuze goed idee, dat heeft hij dus braaf elke dag gedaan. Het liefst zette hij zelfs twee of drie kruisjes per dag. 
   Op de kalender stond ook de dag aangegeven dat de juf bij ons op kennismakingsbezoek zou komen, een kleine week voor zijn eerste wen-dag. De ochtend van het hooggeëerde bezoek kwam er een vriendje bij ons spelen. Daniël was helemaal niet aardig voor zijn vriendje. Hij was aan het vervelen en deed alles om het andere jongetje te dwarsbomen, en ik maar waarschuwen, boos worden en bemiddelen. Op een gegeven moment riep ik Daniël bij me: "Wat is dat nou? Waarom doe je nou zo? Vind je het zo spannend dat de juf vanmiddag komt?" Daniël knikte eens wat. "Ga nu maar gezellig spelen, vanmiddag wordt het dan vast ook gezellig," probeerde ik hem gerust te stellen. Meer was er niet nodig, zijn humeur sloeg om als een blad aan de boom. Ineens kon hij weer fijn spelen.
   Die middag liet hij trots zijn kamer aan juf zien en gaf hij helaas ook een aardige demonstratie hoe hij en Sam kunnen stoeien en ruziën. Ze waren allebei moe en ik mocht hen natuurlijk weer als een volleerd agente corrigeren. Gelukkig is de juf van Daniël lief en begripvol, dus ik geloof dat we geen al te belabberde eerste indruk hebben gemaakt. Vrolijk zwaaiden de jongens haar na een uurtje weer uit. Het boek dat we kregen over hoe het op school allemaal gaat hebben we die week stuk gelezen. Elke keer weer wilde Daniël het verhaal horen van Prinsjes eerste schooldag.
   Een week later was het dan echt zover. De aller-allereerste schooldag. Mijn kleine jongetje liep met zijn grote rugzak voor me uit. 


Op de gang vroeg juf al of hij er zin in had: "Ja, ik heb me verheugd!" antwoordde mijn kleine wijsneus. In de klas zochten we zijn stoeltje in de kring en ging Daniël zitten en aan mijn benen hangen. Ik moest bij hem blijven staan. Toen de bel ging, stelde ik voor om bij de deur te gaan staan en nog even te blijven kijken. Dat vond mijn grote vent goed. Hij luisterde aandachtig naar juf en keek nog één of twee keer om. De tweede keer mimede ik: "Ik ga, goed?" Hij knikte. "Tot straks!" voegde ik er nog aan toe en ik wierp hem een kushandje toe. Rustig wandelde ik de school uit, het hek door de straat op. Tot dat moment hield ik het droog, maar eenmaal op straat liepen er -tot mijn verbazing- dikke tranen over mijn wangen... Wat een mijlpaal!

dinsdag 5 augustus 2014

Praatjes en gaatjes

Het is weer tijd voor wat praatjes.

Broertjes onder elkaar...
Daniël: Sam hoe heet jij?
Sam: Tam!
Daniël: Tam, ga je mee op de trampoline?


Sam op jacht
Sam: Mama, plieg op mijn been.

Ik: Dat kriebelt hè?
Sam: Niet grappig! Ikke plieg pangen!
Ik: Hoe ga je dat dan doen?
Sam: Zo! Sam maait met zijn handjes door de lucht.


Aan tafel
Daniël: Dat vind ik niet zo lekker.
Sam - schuift zijn bord aan de kant - : Pies!
Ik: Hoe weet je dat nou? Je hebt niet eens geproefd.

Daniël: Jawel, dat heb ik al eens geproefd en toen vond ik het niet lekker.
Ik: Maar ik maak dit vandaag voor het eerst. Proef nou gewoon.
Daniël: Dat at ik bij ome S. en tante D., toen jij er niet bij was.
Ik: Ja, ja. ZUCHT


Allergisch
Daniël: Ik ben allergisch voor heel koud ijs.
Ik: Oh, geef 'm dan maar aan mij.
Daniël: Neehee!
Ik: Wat krijg je er dan van als je toch ijs eet?
Daniël: Daar ga ik van hoesten.

Ik: Weet je zeker dat je m dan niet liever aan mij geeft?!

Spoken
Daniël: Heb jij wel eens spoken gezien?
Buurmeisje: Nee, spoken bestaan niet.
Daniël: Nou ik heb wel eens spoken gezien. Maar wel heel ver weg. Toen ik in Engeland was. Daar ging ik eens heen met ome S. en tante D. met de trein.

Daniël heeft blijkbaar een heel leven met zijn oom en tante waar ik verder niets van weet...

Een stoere wijsneus
Papa: Hoe was het bij de tandarts, Daniël?
Daniël: Oh, goed hoor.
Papa: Deed het niet zeer?
Daniël: Nee hoor.
Ik: Je zei tegen mij dat je het wel een beetje vervelend vond.
Daniël: Ja, de tandarts heeft geboord en ik moest wel bijna huilen.

Papa: Gaatjes vullen is ook niet fijn. Wat hebben jullie vandaag nog meer gedaan?
Daniël: Oh, verder geen bijzonderheden.


vrijdag 25 juli 2014

Grote jongen

  Als de sprongetjes van 'Oei ik groei' gewoon doorgaan na het eerste jaar, zit Daniël op het moment tegen een sprongetje aan. Bij alles wat hij wil of wat hij niet wil, of wat niet meteen lukt of wat niet mag begint hij meteen te zeuren en piepen en jengelen. Regelmatig, minstens driemaal daags, roept hij uit: "Ik krijg ook nooit mijn zíhín!" Dus papa en ik zijn al een aantal dagen stevig op hem aan het inpraten. Dat hij dingen gewoon kan vragen - zonder te piepen. Dat hij wat hij zelf kan ook best zelf kan doen, enzovoort, enzovoort. Erg vermoeiend voor ons hem.
   Vandaag was gelukkig een redelijke dag met hem, maar desondanks was ik blij dat het tijd was om de mannen naar bed te brengen, ik was toe aan wat rust in de hut. We waren nog maar amper boven, of de bel ging. ZUCHT. Vanmiddag liepen er vertegenwoordigers door de wijk voor kunststofkozijnen, dus ik ging er meteen vanuit dat die nu voor de deur zouden staan. Ik twijfelde ernstig of ik open zou doen, maar besloot toch de moeite te nemen de trap af te gaan en de verkoper vervolgens met drie woorden af te schepen.
   Daniël volgde me nieuwsgierig, we deden de deur open maar daar stond geen vertegenwoordiger, nee, het was de buurvrouw van een paar deuren verder, met een prachtig blauw crossfietsje aan de hand. Ze was de schuur aan het opruimen en haar jongens zijn inmiddels te groot voor die fiets, of Daniël al een fiets heeft? Nee, nog niet. Nou, hij mocht die mooie fiets hebben, gratis en voor niks. "Kom," zei de buurvrouw, "stap eens op, doen we een klein rondje, ik hou je vast." Want deze fiets had geen zijwieltjes, nee, nee, het was een echte grote jongensfiets. 
   Mijn dappere mannetje stapte op en trapte zo eens wat met zijn voetjes en daar ging hij, na twee meter liet de buurvrouw al los en ja hoor, hij hield zowaar zijn balans! Zo reed hij een rondje toegejuicht door papa en Sam vanaf boven en door mij en de buurvrouw beneden. Af en toe moest ze hem nog wel even beetpakken, maar een keer of drie oefenen de komende dagen en hij kan fietsen. Daniël was zelf door het dolle heen en uiteraard mega trots op zichzelf. 
   Toen we even later de trap opliepen -het was en bleef tenslotte bedtijd- vroeg hij: "Van wie is die fiets?" Ik zei: "Nu is hij van jou." "Mag ik hem lenen?" "Nee, je mag hem hebben!" "Wauw! Ik heb een fiets!" juichte hij. "Ik ga het snel aan papa vertellen!" En daarna riep hij uit: "Ik kan fietsen! Op een echte fiets! Met trappers! Zonder zijwieltjes! Vanaf nu kan ik echt ALLES!" Ik moest lachen en duim nu voor mezelf en papa dat dit betekent dat hij door het sprongetje heen is.

woensdag 23 juli 2014

Over zindelijk worden en bijbehorende perikelen

   Daniël is sinds kort helemaal zindelijk, maar daar is heel wat aan vooraf gegaan. Zoals een valse start en een tussentijds ongelukje en een periode rond Sinterklaas vorig jaar waarin hij gewoon al volledig zindelijk was. Echter, toen meneer zijn cadeaus binnenhad en de Goedheiligman huiswaarts keerde, was het gedaan met het toiletbezoek. 
   Wat nu uiteindelijk voor hem de doorslag gaf om zijn best te gaan en blijven doen, was dat ik Daniel namens zijn aanstaande juf van de basisschool heb toegesproken. Ik had haar aan de telefoon omdat ze in augustus hier op huisbezoek komt om kennis te maken. Ik maakte Daniël wijs dat ze ook zou controleren of hij wel op de wc poept en plast. Na dat telefoontje werd het ineens allemaal heel echt en serieus dat hij al bijna naar school gaat. Dat maakte veel indruk. Voor de juffrouw wilde Daniël wél moeite doen om naar de wc te gaan.
   Daniël besloot vanaf dat moment dat hij geen luier meer nodig had. Hij wilde niets weten van afbouwen of luierbroekjes. Papa en ik vonden het een beetje eng, maar we wilde zijn ongebreidelde enthousiasme niet de kop in drukken, dus we gingen erin mee, zelfs in de nachten. Daar kwamen we weer snel van terug, want in de nacht liet Daniël in eerste instantie zijn plas gewoon lopen, en twee a drie keer per nacht zijn bed verschonen, vonden papa en ik wat teveel van het goede. (Bovendien heb ik niet zoveel reserve beddengoed.) Overdag ging het daarentegen verrassend goed. Op dag één en twee ging het tegen de avond een keer mis, de vermoeidheid speelde hem parten en hij vergat even dat hij geen luier om had. Verder was er hier en daar een incidentje.
   Zoals eerste keer dat hij zonder luier mee ging naar de supermarkt. Ik legde hem uit dat hij het ook in de winkel gewoon kon zeggen als hij moest plassen, dat daar ook een wc is, maar het was niet nodig. Eenmaal buiten kwam ik een bekende tegen en stond nog even te kletsen. Ik vertelde uiteraard trots dat mijn oudste nu ook eindelijk bezig was zindelijk te worden terwijl de jongeman in kwestie een eindje verderop speelde. Het begon te regenen en ik riep: "Daniël, kom, we gaan weer fietsen!" Waarop hij antwoordde: "Mama, nattigheid!" "Ach, lieverd, dat beetje regen, daar kunnen we wel tegen, we zullen toch moeten fietsen." Maar dat bedoelde zoonlief niet: "Neehee, nattigheid," zei hij nog eens, met een wat dringendere stem en wees naar zijn broek - hij had een ongelukje gehad. Een voorbijganger lachte en vond dat hij dat netjes had geformuleerd. Dat vond ik ook en niet minder trots nam ik hem mee naar huis. En ach, in de regen valt een natte broek toch helemaal niet op?!
   Minder grappig -voor papa dan- was de eerste keer dat Daniël een luierloze papa-dag had. De teller stond toen denk ik op een dag of vier zonder luiers. Al vroeg in de ochtend belde ik naar huis om iets te vragen en kreeg ik een extreem chagrijnige papa aan de telefoon: "Ik deed Daniël net zijn nachtluier af en hij pist me zo de hele tafel onder!" "Oeps," zei ik, "bel me later maar terug." Waarop ik stiekem een beetje moest lachen en blij was dat ik veilig en droog op mijn werk zat. Wat dat betreft is die arme papa ook altijd de pineut
  Maar inmiddels is meneer dag en nacht droog en kunnen wij niet wachten tot Sam ook zover is...

dinsdag 8 juli 2014

Evil Sam

   Vorige week bracht ik de kinderen in mijn eentje naar bed. Papa had een afspraak. Nadat ik Daniël als laatste had voorgelezen, liep ik de trap weer af. Ik hoorde in het voorbijgaan al dat Sam aan het huilen was, maar dat doet hij de laatste tijd wel vaker. Als je dan bij hem gaat kijken zegt hij: "Ikke beneden?" Of: "Muziek aan?" Of: "Water drinken?" Of hij verzint een ander smoesje. Die dag vond ik het wel best, ik ging mijn zusje bellen en hij moest maar gewoon gaan slapen, was mijn stellige mening. Na een minuut of tien, twintig huilde hij nog steeds. "Ik ga toch maar even kijken zus," kondigde ik aan en met haar nog aan mijn oor liep ik naar boven. 
   "Wow, Sam! Wat heb jij nou gedaan?!" riep ik ontdaan. Daar stond mijn kleine mannetje, huilend midden in zijn bedje, armpjes omhoog en een ontredderd snoetje: "Mama, mij schoonmaken!" snikte hij. "Pies, pies!" (Hij spreekt de 'v' en 'f' uit als een 'p', frietjes zijn ook pietjes...) Werkelijk álles zat onder het bloed. Zijn handjes en onderarmen, zijn gezichtje, zijn slaapzak, zijn knuffelkonijntje en zijn beddengoed. Het leek wel een horrorfilm. "Ik bel je zo terug!" zei ik tegen mijn zus-lief. 
   Sam had een bloedneus gehad, ongelooflijk hoeveel bloed er uit zo'n schattig klein neusje kan komen. Gelukkig kon Sam mij ook vertellen dat hij geen pijn had. Dus ik waste zijn armen en gezicht, verschoonde hem en zijn bedje. Toen alles schoon was en Sam weer gekalmeerd, legde ik hem terug in zijn ledikantje en drukte hem op het hart om niet meer in zijn neus te peuteren. "Ikke niet neuspeuteren!" Herhaalde hij braaf mijn woorden en nestelde zich een uur later dan anders weer lekker in een fris en schoon bed. Vervolgens stond ik nog een hele poos met koud water al het bloed uit de lakens en kleding te spoelen. Vanuit zijn slaapkamer hoorde ik Sams stemmetje nog een paar keer herhalen: "Ikke niet neuspeuteren!" En ik schaamde me toch een klein beetje dat ik zijn gehuil niet serieus genomen had.

zaterdag 5 juli 2014

Over een bijzondere ontmoeting tussen gelijkgestemden

   Gisteren deed ik een boodschapje met de kinderen. Ik was met de auto en had niet veel nodig dus ik besloot geen wagentje te nemen en te proberen of de mannen goed zouden luisteren en bij me zouden blijven als ik ze gewoon los liet rondlopen. Ik gaf Daniël de opdracht goed op Sam te letten, in de hoop dat die verantwoordelijkheid zou bijdragen aan een ontspannen winkelbezoek zonder al te veel gemopper van mijn kant. Het leek te werken. Daniël nam bij de ingang een ballon op een stokje voor zichzelf mee en gaf er ook een aan Sam. Hij bleef goed bij me en begeleidde Sam ook zo'n beetje de supermarkt door. Gauw genoeg stonden we bij de kassa, altijd weer het lastigste moment. (Er staan daar niet voor niets bakken met koekjes en snoepgoed voor het grijpen, daar is echt wel over nagedacht.)
   Voor de zekerheid nam ik Sam op de arm. Met vriendelijke, doch strenge woorden gaf ik Daniël instructies: "Leg dat maar op de band. Kom nu aan deze kant staan, blijf dicht bij me, níet zomaar naar buiten lopen!" Daniël is best bijdehand en zeker slim genoeg om te weten dat ik hem niet achterna kan komen als ik bij de kassa sta, en al helemaal niet als ik dan ook nog Sam op de arm heb, en ik zag hem al zo eens ondeugend om zich heen kijken. Een zoekende blik: "Waar is een avontuur te beleven?" 
   Godzijdank bleek achter ons mijn reddende engel te staan, een jongen van een jaar of achttien die ook een ballon op een stokje had, ja heus. "En garde!" riep hij naar Daniël en hij begon een zwaardgevecht met de ballonnen. Je had Daniëls snoetje moeten zien! Hij vond het helemaal het einde. De jongens gingen helemaal op in hun spel, ik had geen kind meer aan Daniël.
   De jongen en zijn vriend liepen eerder dan wij naar buiten, maar zodra wij ook buiten waren ging Daniël weer op hem af, om nog even door te vechten. Waar zijn tegenstander ook met zichtbaar plezier op in ging, ze hadden de grootste lol samen. "Je hebt vrienden voor het leven gemaakt," zei ik tegen die jongeman. "Ach, ik ben zelf net een groot kind!" verklaarde hij. En dat moest ook wel, want welke gast van tegen de twintig loopt nou met een ballon op een stokje door de supermarkt? Als je het mij vraagt zijn dat er veel te weinig! 

dinsdag 3 juni 2014

Mama Vera

   Lieve mama,

   Vandaag ga ik met de kinderen een beschuit met aardbeien eten, ter ere van jouw verjaardag en ik zal ze dan zoveel mogelijk herinneringen vertellen die ik aan jou heb. Zoals dat je altijd beschuitjes en aardbeien in huis had als een van ons jarig was en je niet wist hoeveel bezoek je kon verwachten. Zo had je altijd een lekkere traktatie paraat.
   Over hoe we samen spelletjes deden en je me niet liet winnen, zodat ik leerde tegen mijn verlies te kunnen. Bij broerlief is dat trouwens ergens hopeloos misgegaan. Of is dat soms mijn schuld? Liet ík hem winnen toen hij nog klein was?
   Over hoe we -voor je het geloof liet voor wat het was- samen naar de kerk wandelden op zaterdagavond. Best een flinke wandeling voor het kleine meisje dat ik toen was. Ter vermaak gluurden we in alle woonkamers binnen waar de lamp aan was, om te zien wat mensen keken op televisie. Als de kinderen dan willen weten wat dat is 'naar de kerk gaan' -ze zijn er immers nog nooit echt geweest- zal ik mijn best doen het hen zo goed mogelijk uit te leggen, zoals jij altijd probeerde mij alles zo goed mogelijk uit te leggen.
   Ik zal ze vertellen over mijn kinderfeestjes en uiteraard je voorbeeld volgen en voor hen net zulke mooie en goede feestjes organiseren als ze straks naar school gaan. Als ze nog wat groter zijn zal ik ze vertellen over hoe wij met elkaar Sinterklaas vierden met rijmpjes en surprises en ik zal proberen ook hun papa zover te krijgen deze traditie in ere te houden. Gewoon omdat wij er met zijn allen altijd zo van genoten.
   Het allermeest nog zal ik mijn best doen om ervoor te zorgen dat ze nu en in de toekomst met al hun kleine en grote zorgen bij mij terecht kunnen, zoals ik dat ook altijd bij jou kon. Zelfs tot het allerlaatste moment. Ik zal nooit vergeten hoe jij me -een paar maanden geleden pas- getroost hebt toen ik intens verdrietig was omdat ik je onvermijdelijk zou gaan verliezen.
   Lieve mama, ik mis je zo, maar wat zijn er veel mooie herinneringen om te koesteren en tradities om door te geven! Drie juni zal voor altijd een dag zijn om daar nog eens extra bij stil te staan - onder het genot van een beschuit met aardbeien. Een nieuwe traditie is geboren.

Mam, ik hou van je, voor altijd!
Je oudste

zondag 1 juni 2014

Over vriendschap en plagerijtjes

   Vorige week toen Daniël terug kwam van het kinderdagverblijf vertelde hij me 's-avonds: "Al mijn vriendjes waren er vandaag: Thiago, Liam en Wessel." Hij vervolgde zijn verhaal: "Mama, eerst was ik vriendjes met mezelf, daarna werd ik vriendjes met Thiago, toen met Liam en als laatste ook met Wessel." Ik greep het moment aan om hem mee te geven dat dat een mooi uitgangspunt is voor vriendschap. Je sluit eerst vriendschap met jezelf en vanuit die vriendschap is er ruimte om anderen in je hart te sluiten. 
   Wat een grote wijsheid weer uit zo'n klein mondje. En een mooie les voor mij! Ik ben nogal eens geneigd het welzijn van een ander voorop te stellen waarbij ik vergeet mijn eigen wensen en grenzen te bewaken...

   Gisteren was ik Daniël aan het aankleden vlak na het ontbijt. Hij had de nodige boterhammen gegeten, maar zijn gedachten waren alweer bij de koektrommel: "Mama mag ik zometeen een koekje?" "Wat ben je toch een snoepkont!" verzuchtte ik, terwijl ik hem eens lekker in zijn -toch al blote- billetjes beet. Verontwaardigd reageerde meneer: "Maháam, zoiets zég je toch niet tegen je kind!" 
   Zo heb ik met Sam een dagelijks ritueel op het aankleedkussen waarbij ik zeg: "Sam wat ben je toch een lekker ding! Ik ga je opeten..." Vervolgens zet ik mijn tanden in zijn buik of in zijn billen, net wat er voorhanden is en hij schatert het uit. Dan vervolg ik: "Wat ben je toch lief!" Sam antwoordt dan: "Ik jou niet lief, mama. Huílen dan!" Waarop ik heel hard begin te huilen, tot grote hilariteit van mijn kleine zoon. Uiteraard moet ik dan het hele verhaal nog een paar keer herhalen.
   Alles goed en wel, tot je mannen tegen je gaan samenspannen. Gistermiddag vertrokken we met zijn drieën op de fiets richting opa. Daniël achter mij, Sam voor mij in een fietsstoeltje. Gezien het mooie weer en het weekend had ik een wat korter rokje aan. Ik stapte op de fiets en Daniëls stem klonk achter mij: "Weet je wat jij bent mama?" "Een T-rex," probeerde ik, want dat was hij al de hele dag. "Nee!" "Een kangoeroe dan?" "Nee!" "Wat ben ik dan? Ik geef het op," zuchtte ik. "Een olifant!" verklaarde Daniël, "met je dikke billen." Waarop hij heel hard begon te lachen en Sam er vanuit zijn stoeltje voor mij nog een schepje bovenop deed: "Huílen dan, mama!" Lachend deed ik of ik huilde en deed zo verontwaardigd mogelijk: "Jóngens, zoiets zég je toch niet tegen je moeder!"

maandag 26 mei 2014

Over Bruce Springsteen en andere muziek

   Vorige week zat ik met de jongens in de auto. De radio stond aan en "Born in the USA" begon te spelen. Bij de eerste tonen vroeg Daniël mij: "Wat is dit voor spannend muziekje, mama?" Ik legde hem uit dat de titel 'geboren in Amerika' betekent en dat het nummer gezongen wordt door Bruce Springsteen, die daadwerkelijk daar geboren is. Verder vertelde ik hem dat papa dat ook mooi vindt en dat hij nog andere liedjes van dezelfde zanger heeft thuis. "Oh," zei Daniël, "die wil ik dan wel graag eens horen!" 
   Afgelopen zondag gingen Daniël en ik met de fiets naar het overdekte winkelcentrum toen Sam zijn dutje deed. Eigenlijk best zonde, want het was supermooi weer, maar ik was alwéér te laat met inleveren van de bieb boeken en had ze al een keer verlengd, dus die wilde ik in elk geval even in de brievenbus gooien. Het bleek koopzondag te zijn en er was van alles te beleven in het winkelcentrum, dus we liepen toch een rondje. Daniël liet zich schminken, we bewonderden wat levende standbeelden en er was de-man-met-de-gitaar.
   De-man-met-de-gitaar liep rond en speelde her en der een deuntje. Op een gegeven moment kwam hij bij ons en de andere kinderen staan die stonden te wachten in de rij voor de schmink. Hij speelde: "Ik neem je mee" van Gers Pardoel. Dat kent Daniël wel, omdat er een getekende videoclip bij hoort. Daniël keek met grote ogen naar die meneer, zichtbaar onder de indruk, maar hij was te verlegen om te klappen toen het liedje af was. De man liep verder en ging weer ergens anders spelen. 
   Nadat Daniël was omgetoverd in een krokodil en we op weg waren naar buiten, kwamen we de-man-met-de-gitaar weer tegen. Daniël bleef staan, pakte mijn hand en bleef ademloos luisteren. Dit keer naar "Like a rolling stone" van Bob Dylan. Daniël leunde met zijn geschminkte hoofdje tegen mijn heup (zucht-schmink aan mijn jurk) en weigerde verder te lopen, hij was met zijn volledige aandacht bij de muziek. Toen ook dit nummer ten einde kwam durfde Daniël wel te klappen. Hij klapte zelfs zo hard als hij kon! Het liefst was hij de rest van de middag achter deze muzikant aangelopen, maar ik wilde toch graag nog wat van het zonnetje genieten en sleepte hem mee naar buiten.
   Eenmaal terug op de fiets zat er een vogeltje op het fietspad. "Kssst, ga weg!" riep Daniël. "Waarom jaag je dat vogeltje nou weg?" vroeg ik. "Zodat we hem niet doodrijden," verklaarde Daniël. "Ja, want dat zou zielig zijn," was ik het met hem eens. "Ja, en dan ben ik heel verdrietig," zei Daniël, "want vogels zorgen voor de muziek in de lucht!"

zondag 23 maart 2014

Dokter Daniël

   Vanmorgen mocht ik uitslapen. Al vroeg werd mijn rust verstoord. Daniël kwam bij me: "Ben je ziek mama?" vroeg hij. "Ik weet niet, misschien moet je me even onderzoeken," antwoordde ik ietwat slaperig. "Oké," zei hij, "even mijn bril en mijn dokterskoffertje pakken. Mijn bril is heel sjiek!" verkondigde hij. Even later kwam hij terug met zijn koffer en een zonnebril op zijn neus. Uiteraard een weergaloos knappe dokter.
   "Ik ga je onderzoeken. Waar heb je allemaal last van? Heb je pijn in je buik?" vroeg mijn dokter professioneel. "Ehm, ja een beetje." Daniël ging aan de slag en pakte al zijn spulletjes erbij. Hij luisterde naar mijn hart met een koude stethoscoop, klopte op mijn been dat het een lieve lust was en bestudeerde mijn beide oren uitgebreid. De schaar vond hij wat lastiger te plaatsen in medische termen, maar dat loste hij op ingenieuze wijze op: "Je haar is een beetje kort, ik zal het even knippen." Mijn dokter is duidelijk van alle markten thuis. 
   De thermometer werd uiteraard ook gebruikt. "Even kijken hoe warm je bent. En als je heel warm bent, heb je hete soep gegeten," wist mijn dokter te vertellen. "Ja, ik zie het al, nu moet je de hele dag in bed blijven." "Goh, wat vervelend," was mijn commentaar en ik zag mezelf al de hele dag prinsesheerlijk met een boekje op bed bivakkeren, heel naar! "Waar heb je nog meer last van?" wilde mijn grondige dokter weten. "Mijn neus is verstopt," antwoordde ik, om maar eens iets te verzinnen. "Nee hoor, ik zie hem nog!" aldus mijn bij-de-handte arts in spe.
   Als uitsmijter wilde mijn dokter me nog graag een prikje geven. "Doet dat pijn?" vroeg ik angstvallig. "Nee hoor, dat doet helemaal geen pijn, hij moet in je navel." Braaf deed ik mijn shirt omhoog en daar kwam de spuit. "Ik ga je een spuitje geven, zodat je altijd gezond blijft!" verklaarde dokter Daniël plechtig. En ik, ik zuchtte eens diep, kon je die maar aan oma geven...

vrijdag 24 januari 2014

Huwelijksaanzoek

Eindelijk is het dan zover, een heus echt huwelijksaanzoek, lees maar hoe dat ging:

Kwart over zes in de ochtend, het is nog donker, we liggen samen in bed. ''Knuffel!'' eist hij. Ik pak hem stevig vast, hij slaat zijn armen om me heen en drukt zich tegen me aan. "Klaar,'' zegt hij even later en hij laat me weer los.

Ik: "Ik vind jou zo lief!"
Hij: ''Ik ook...''
           -korte stilte-
Hij: ''Zullen we met ons trouwen?''
Ik: ''Wij tweetjes?''
Hij: ''Ja, jij en ik.''
Ik: "Oké.'' en ik geef hem een dikke kus.

Even later
Hij: ''Jij en ik gaan met ons trouwen, he mama?
Ik: ''Ja, papa is mooi te laat, nu ga ik met jou trouwen, Daniël!''