zaterdag 5 juli 2014

Over een bijzondere ontmoeting tussen gelijkgestemden

   Gisteren deed ik een boodschapje met de kinderen. Ik was met de auto en had niet veel nodig dus ik besloot geen wagentje te nemen en te proberen of de mannen goed zouden luisteren en bij me zouden blijven als ik ze gewoon los liet rondlopen. Ik gaf Daniël de opdracht goed op Sam te letten, in de hoop dat die verantwoordelijkheid zou bijdragen aan een ontspannen winkelbezoek zonder al te veel gemopper van mijn kant. Het leek te werken. Daniël nam bij de ingang een ballon op een stokje voor zichzelf mee en gaf er ook een aan Sam. Hij bleef goed bij me en begeleidde Sam ook zo'n beetje de supermarkt door. Gauw genoeg stonden we bij de kassa, altijd weer het lastigste moment. (Er staan daar niet voor niets bakken met koekjes en snoepgoed voor het grijpen, daar is echt wel over nagedacht.)
   Voor de zekerheid nam ik Sam op de arm. Met vriendelijke, doch strenge woorden gaf ik Daniël instructies: "Leg dat maar op de band. Kom nu aan deze kant staan, blijf dicht bij me, níet zomaar naar buiten lopen!" Daniël is best bijdehand en zeker slim genoeg om te weten dat ik hem niet achterna kan komen als ik bij de kassa sta, en al helemaal niet als ik dan ook nog Sam op de arm heb, en ik zag hem al zo eens ondeugend om zich heen kijken. Een zoekende blik: "Waar is een avontuur te beleven?" 
   Godzijdank bleek achter ons mijn reddende engel te staan, een jongen van een jaar of achttien die ook een ballon op een stokje had, ja heus. "En garde!" riep hij naar Daniël en hij begon een zwaardgevecht met de ballonnen. Je had Daniëls snoetje moeten zien! Hij vond het helemaal het einde. De jongens gingen helemaal op in hun spel, ik had geen kind meer aan Daniël.
   De jongen en zijn vriend liepen eerder dan wij naar buiten, maar zodra wij ook buiten waren ging Daniël weer op hem af, om nog even door te vechten. Waar zijn tegenstander ook met zichtbaar plezier op in ging, ze hadden de grootste lol samen. "Je hebt vrienden voor het leven gemaakt," zei ik tegen die jongeman. "Ach, ik ben zelf net een groot kind!" verklaarde hij. En dat moest ook wel, want welke gast van tegen de twintig loopt nou met een ballon op een stokje door de supermarkt? Als je het mij vraagt zijn dat er veel te weinig! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten