maandag 15 juli 2013

Over pokkuh pokken en andere nachtelijke ellende


   Arme Daniël heeft het flink te pakken van de waterpokken, vele malen erger dan Sam het heeft gehad. Gister aan het eind van de dag wilde ik hem insmeren met wat verkoelend smeersel en ik schrok van wat ik zag, zijn hele rug was een plakkaat van kleine blaasjes. Er was haast geen gewoon stukje zachte kinderhuid meer zichtbaar. Op zijn buik waren het er net iets minder maar nog steeds ontzettend veel. “Koud, koud,” jammerde hij terwijl ik hem voorzichtig zalfde. Moe als hij was ging hij gelukkig gewoon lekker slapen om een uur of zeven. Slaap is tenslotte het beste medicijn.
   Een half uurtje nadat wij naar bed gingen -zo precies op het punt dat we in slaap vielen- begon echter de ellende. Daniël werd huilend wakker, hij had pijn en jeuk, maar hij wilde niet geknuffeld worden, want hij kon geen aanrakingen verdragen. Hij wilde ook niet ingesmeerd worden, want dat vond hij te koud. Hij had duidelijk verhoging en we konden verder niet echt wat voor hem doen, aangezien ons liefie ook niets wilde. De bultjes hadden inmiddels zijn gezicht en nek ook bereikt. Na een poosje bij hem gezeten te hebben, was hij een beetje getroost en ging weer liggen.
   Papa en ik doken ook weer in bed. "Zzzzzz" klonk het, oh nee, het was weer zover, een mug! Pats - papa deed het grote licht aan en van mij werd zoals gewoonlijk verwacht dat ik -hevig knipperend tegen het felle licht- mee op muggenjacht zou gaan. Dat gaat steevast zo: ik kijk al liggend om me heen en spot zo snel als enigszins mogelijk de mug, vervolgens stuur ik papa, die als een soort van vliegende keep in de slaapkamer op en neer beweegt, erop af en hij slaat hem mis dood. Twee dode muggen en een kwartier of wat later deden we een nieuwe slaappoging. Tot Daniël weer begon te huilen, precies op het moment dat papa en ik dreigden weg te zakken in een diepe slaap.
   Ik besloot Daniël, onder groot protest en getrappel, een paracetamol toe te dienen. Zo’n pil in zijn bil. In de hoop dat zijn koorts wat zou zakken en hij de rust zou vinden om te kunnen slapen. Het werd na het drama van het plaatsen van de zetpil gauw genoeg weer stil op zijn kamertje en ik kroop in bed. “Papa,” begon ik voorzichtig, “wie blijft er morgen thuis bij Daniël als hij te ziek is om naar het dagverblijf te gaan?” vroeg ik, om half drie in de nacht. “Ik heb een gesprek wat ik niet wil missen,” voegde ik eraan toe. “Ja, maar ik heb een baliedienst,” antwoordde manlief. En het volgende half uur bespraken we fluisterend doch fel argumenterend wie het meest onmisbaar zou zijn op het werk. Uiteindelijk werd het pleit beslecht en besloten we dat ik vandaag zou gaan werken en indien nodig woensdag thuis zou blijven.
   Met een diepe zucht draaiden we ons wederom op onze zij om dan eindelijk te gaan slapen, het was onderhand drie uur, maar ons werd -uiteraard- niet lang rust gegund. Daniël begon weer te kreunen en dat ging langzaam over in snikken en dikke tranen. Uiteindelijk vertrok papa met de moed der wanhoop, en een vrije dag in het vooruitzicht, met hem naar beneden en sliepen de mannen nog wat met zijn tweetjes op de bank. Ik vertrok vanmorgen met Sam richting dagverblijf en werk, waarbij ik een huilende Daniël thuis achterliet, want zieke kindjes verlangen nou eenmaal het meest naar hun mama…
Zo zag hij er vanmiddag uit...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten