Gisteren liet ik Daniël een poosje buiten spelen in de achtertuin. Sam lag zo'n beetje de hele dag te slapen - die is aan het bijkomen van zijn verkoudheid. Daardoor konden we niet echt gaan wandelen, maar op deze manier kon Daniël toch even uitwaaien. Af en toe wierp ik een blik naar buiten om te kijken wat die kleine man aan het uitspoken was.
Eerst plaatste hij zijn wagenpark (een loopfietsje, een loopmotor en een kruiwagen) in het gras. Vervolgens maakte hij een hoopje zand in het grasveld wat hij versierde met stenen. Hij klom ook op de schutting om bij de buren te gluren en liet steentjes in de schutting "ploeken" zoals hij dat noemt, vanwege het mooie geluid wat dat maakt.
Op een gegeven moment was hij heel ijverig met zijn kruiwagen in de weer. Hij verdween steeds even aan de zijkant van het huis en kwam dan weer te voorschijn met een wagen vol verdorde blaadjes. Daar reed hij mee naar het midden van de tuin waar we altijd brood voor de vogeltjes strooien. Op die plek kiepte hij de wagen telkens om, zodat de blaadjes bij de stukjes brood kwamen te liggen. Na drie ritjes keek hij eens even achterom om te zien wat er gebeurde, waarschijnlijk drong het tot hem door dat de stapel niet hard groeide. Tot Daniëls ontzetting waaiden de blaadjes weg. Even stond hij erbij stil, maar daarna ging hij toch gewoon weer verder.
Na een poosje buiten spelen begon het te hagelen. Daniël kwam naar de deur en schreeuwde naar mij: "Wat een rotweer!" Ik deed de deur al open om hem binnen te laten. "Even de motor droog zetten," zei mijn kleine wijsneus en ruimde zijn motor braaf op voor hij binnenkwam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten