dinsdag 23 oktober 2012

Dag 111 Peuterpuberteit


Vandaag hadden we weer wat te stellen met Daniël.
   Vanmorgen zat Daniël in bad. Ik had Sam ook in bad gedaan en was hem op zijn kamer aan het aankleden. Intussen het gesprek met Daniël op gang houdend, zodat ik zeker wist dat zijn hoofd boven water bleef. Tussen de bedrijven door zei ik tegen Sam dat hij lief was. Hoor ik een stemmetje uit de badkamer: ‘Ikke lief!’
   Toen we gingen wandelen met opa kochten we wat mueslibollen voor de lunch. Daniël mocht er onderweg al één opeten. Hij kreeg zijn exemplaar al in de winkel terwijl we nog aan het wachten waren voor we konden afrekenen. Daniël was wat ongeduldig: ‘Gaan, gaan,’ eiste hij. Ik heb hem toen maar even uitgelegd dat we die bollen wel eerst moesten betalen. Even later, we waren inmiddels weer onderweg, had hij zijn bol op: ‘Oppedepop! Nieuwe kopen!’ stelde hij voor.
   Tijdens de wandeling kwamen we een wip-eendje tegen. Natuurlijk wilde Daniël daar even op en natuurlijk wilde hij daar niet meer af. Opa en ik deden of we al verder liepen en stonden om het hoekje te gluren wat Daniël zou doen. Hij keek wel even in onze richting, maar bleef rustig verder wippen. Hij had er geen moeite mee dat we uit het zicht verdwenen waren. Toen ik terug liep om hem toch van de eend af te vissen, wilde hij er perse zelf afklimmen. ‘Ikke zelf doen! Zo moet dat!’ zei hij terwijl hij zijn best deed om eraf te komen, maar het lukte hem niet. ‘Mama, helpen!’ was het verzoek toen dan toch nog.
   Op de terugweg in de auto was Daniël uitermate gezellig. Hij heeft de hele weg: ‘Nietleuk, nietleuk, nietleuk, nietleuk, nietleuk,’ herhaald. Afgewisseld met: ‘Nietwaahaar, nietwaahaar, nietwaahaar.’ Waarbij hij intussen ook nog sirene-achtige zeurgeluiden maakte. Het is een half uur rijden, je kunt je er misschien iets bij voorstellen hoeveel energie het kost om daarnaar te luisteren, toen we thuis kwamen had ik geen zin meer om te koken.
   Net ging papa Daniël in bed leggen, toen papa naar beneden wilde gaan, gaf Daniël aan dat hij mij nog wilde knuffelen, maar hij klom tegelijkertijd ook uit bed. ‘Zo moet dat!’ zei hij weer en dit keer lukte het hem wel. Ik ging naar boven om hem nog te knuffelen en om hem terug in bed te leggen. Klom meneer er gewoon meteen weer uit en liep naar onze kamer: ‘Dit bed, dit bed,’ commandeerde hij. ‘Niks ervan,’ antwoordde ik en ik legde hem weer in zijn eigen bed. Even later, ik was weer beneden, herhaalde hij het hele gebeuren nog een keer. ‘Dit bed, die kamer, die kamer,’ huilde hij toen ik hem weer naar zijn eigen bedje bracht. Dat wordt de komende tijd steeds uitvechten wie de langste adem heeft ben ik bang. Inmiddels ligt hij  -in zijn eigen bedje- lekker te slapen.

PS Door al die peuterverhalen zou ik haast vergeten te vermelden dat Sam afgelopen nacht voor de tweede keer heeft doorgeslapen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten