zondag 27 januari 2013

Dag 207 Wisselvallig humeurtje


   Daniël was vandaag niet meer echt ziek. Hij had in elk geval geen koorts meer. Wel nog een snotneus. Zijn eetlust liet te wensen over, hij heeft gegeten volgens de 'hapje hier, hapje daar' methodiek. Twee happen van zijn boterham, twee happen van mama's yoghurt, één hapje banaan, een heel koekje, vier happen van zijn middagboterham, weer een heel koekje en tien happen avondeten plus wat vla. De koekjes gingen er probleemloos in en er zat dus een stijgende lijn in de hoeveelheid verantwoord eten. Dat laatste gold echter niet voor zijn humeur. Vanmorgen was hij behoorlijk vrolijk. Hij kletste en speelde. Hoe later het werd, hoe meer hij ging dreinen. Tot hij uiteindelijk zelfs een driftbui kreeg.
   In de loop van de middag moest ik er even uit. Ik was het binnen zitten zo zat en Daniël had geen koorts meer, dus ik vond dat het moest kunnen. Jassen aan, Sam in de kinderwagen en Daniël zou zelf lopen, hij beloofde ook goed naar mama te luisteren. (Papa was voetbal kijken in het stadion, Daniël was er eerder al verbolgen over dat hij niet mee mocht.) Eerst wilde Daniël even in de speeltuin kijken. Toen hij was uitgespeeld zei ik dat we verder gingen lopen naar de pony's. Maar dat was niet naar Daniëls zin, hij wilde toch nog schommelen. Dat mocht niet van mij, ik wilde verder lopen. Daniël zette het op een brullen en weigerde nog een stap te verzetten. Zucht! Ik gaf hem de keus: hij kon meelopen naar de pony's of ik zou hem per direct naar huis dragen. Het werd dus dat laatste waarna meneer zeker een kwartier op de grond heeft liggen brullen.
   Vanavond kregen we weer 'ruzie'. Daniël wilde nog even tekenen na het eten. Ik pakte de stiften en potloden en zijn kleurboek en ook nog de 'verrekijker' (een lege keukenrol). Ik vroeg of Daniël die wilde versieren, maar dat wilde hij niet. Ik dacht: "Mooi, dan doe ik het." Ik pakte een stift en ging aan de slag. Nou, dat had ik beter niet kunnen doen. Ik mocht van Daniël niet met de stiften. Toen ik aangaf dat we samen konden doen met de stiften en dat ik de verrekijker mooi zou gaan maken, was het helemaal mis. Daniël ging weer huilen. Vervolgens bleef hij huilend herhalen: "Verrekijker moet niet mooi zijn. Verrekijker moet niet mooi zijn." Ik trok me er niks van aan, kleurde vrolijk verder en negeerde het gebrul van Daniël zoveel mogelijk. Tot hij ineens net zo plotseling als hij begonnen was weer bijdraaide en zei: "Ikke ook verrekijker mooi maken." 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten